Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Abweisen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abweisen (Duits) in het Spaans

Abweisen:

Abweisen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abweisen (Abschlagen; Zurückweisen)
    el rechazar; el rehusar
    • rechazar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • rehusar [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. Abweisen (Abstoßen)
    el repelar; la repulsión
  3. Abweisen (Ablehnen; Abschlagen)
    el rechazar

Abweisen werkwoord

  1. Abweisen
    Rechazar

Vertaal Matrix voor Abweisen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rechazar Ablehnen; Abschlagen; Abweisen; Zurückweisen Ablehnung; Abwimmeln; abhämmern
rehusar Abschlagen; Abweisen; Zurückweisen
repelar Abstoßen; Abweisen
repulsión Abstoßen; Abweisen Abstößlichkeit; Antipathie; Ekelhaftigkeit; Widerwille; Widerwärtigkeit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Rechazar Abweisen
rechazar Ablehnen; ablehnen; abschicken; abschieben; abschlagen; absenden; abstoßen; aburteilen; abweisen; auf die Seite legen; ausschlagen; auswerfen; beanstanden; beiseite legen; einschicken; einsenden; enthalten; fernhalten; für unzweckmäßig erklären; reservieren; schicken; sich enthalten; verschicken; versenden; verwerfen; wegdrängen; wegschicken; wegschieben; wegsenden; weigern; zum Versand bringen; zur Seite legen; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen; zurückweisen; zurückwerfen; zusenden
rehusar ablehnen; abschlagen; abstoßen; abweisen; ausschlagen; verbieten; versagen; verweigern; verwerfen; zurückweisen