Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Aneignen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aneignen (Duits) in het Spaans

Aneignen:

Aneignen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Aneignen (Stibitzen)
    el mangar; el birlar
    • mangar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • birlar [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. Aneignen (Anlernen)
    el enseñar

Vertaal Matrix voor Aneignen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
birlar Aneignen; Stibitzen Wegschnappen
enseñar Aneignen; Anlernen
mangar Aneignen; Stibitzen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
birlar abhandenmachen; einstecken; grapschen; klauen; klemmen; krallen; rauben; stehlen; wegkappern; wegschnappen
enseñar anbieten; anlernen; anschwellen; anweisen; aufgehen; aufweisen; ausbilden; ausstellen; beibringen; belegen; belehren; beweisen; darbieten; dozieren; dressieren; einpauken; einprägen; einstudieren; eintreten; einweisen; einüben; enstehen; entkeimen; entspringen; entstehen; erlernen; erstehen; erweisen; erziehen; feilbieten; gelangen; hervor holen; hervor ziehen; instruieren; lehren; lernen; nachweisen; proben; präsentieren; schulen; schwellen; sehen lassen; sich erheben; sicherheben; steigen; studieren; unterrichten; unterweisen; vorführen; vorstellen; vorweisen; vorzeigen; wachsen; werden; zeigen; zur Schau stellen
mangar abhandenmachen; abschmeicheln; abstauben; abstäuben; einstecken; enteignen; entwenden; erbetteln; grapschen; hinterziehen; klauen; klemmen; konfiszieren; krallen; nationalisieren; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; verstaatlichen; veruntreuen; wegkappern; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten

Verwante vertalingen van Aneignen