Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Angreifer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Angreifer (Duits) in het Spaans

Angreifer:

Angreifer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Angreifer (überfaller)
    el atracador; el asaltante
  2. der Angreifer (Stürmer; Angriffsspieler)
    el agresor; el violador
    • agresor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • violador [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Angreifer (Straßenräuber; Wegelagerer)
    el bandolero
  4. der Angreifer
    el adversario; rol no admitido

Vertaal Matrix voor Angreifer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adversario Angreifer Gegenkandidat; Gegenpart; Gegenspieler; Gegner; Kontrahent; Opponent; der eine Gegenstimme abgibt; die eine Gegenstimme abgibt
agresor Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer
asaltante Angreifer; überfaller Straßenräuber; Straßenwandale
atracador Angreifer; überfaller Bankräuber
bandolero Angreifer; Straßenräuber; Wegelagerer Bandit; Bösewicht; Frevler; Lump; Unhold; Übeltäter
violador Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer Abbruchunternehmer; Gewalttäter; Gewalttätiger; Schänder; Verbrecher; Vergewaltiger
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
rol no admitido Angreifer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
violador angreifend

Synoniemen voor "Angreifer":


Wiktionary: Angreifer


Cross Translation:
FromToVia
Angreifer atacante; asaltante attacker — someone who attacks
Angreifer atacador; agresor aanvaller — iemand die aanvalt
Angreifer atacador; agresor attaquant — Traduction à trier