Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Anrühren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anrühren (Duits) in het Spaans

Anrühren:

Anrühren [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anrühren
    el tocar
    • tocar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Anrühren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tocar Anrühren Anklopfen; Anschlagen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tocar abtasten; anfassen; anrühren; antun; antupfen; befühlen; berühren; bespielen; betasten; betreffen; bewegen; erregen; fühlen; leicht berühren; rühren; streifen; tasten; tippen; treffen; tupfen; zufallen; zukommen; zuteil werden