Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Arbeitsplan (Duits) in het Spaans

Arbeitsplan:

Arbeitsplan [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Arbeitsplan (Stundenplan)
    el horario de trabajo
  2. der Arbeitsplan (Dienstordnung; Arbeitsordnung; Dienstplan)
    el horario; el esquema de turnos
  3. der Arbeitsplan
    la ruta
    • ruta [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Arbeitsplan

Vertaal Matrix voor Arbeitsplan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
esquema de turnos Arbeitsordnung; Arbeitsplan; Dienstordnung; Dienstplan
horario Arbeitsordnung; Arbeitsplan; Dienstordnung; Dienstplan Fahrplan; Fahrpläne; Flugplan; Flugpläne; Kursbuch; Stundenplan; Stundenzeiger; Zeiteinteilung; Zeitplan
horario de trabajo Arbeitsplan; Stundenplan Arbeitszeit; Arbeitszeitregelung; Bürostunden
ruta Arbeitsplan Ausfahrt; Ausrichtung; Betriebsführung; Direktion; Erfahrung; Fahrt; Fransenborte; Gastspielreise; Geländefahrt; Geschäftsführung; Gewohnheit; Leitung; Reise; Reiseplan; Reiseroute; Richtung; Route; Routine; Rundfahrt; Rundgänge; Rundläufe; Rundreise; Schule; Seite; Spazierfahrt; Tour; Tournee; Verwaltung
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
trabajo de ruta Arbeitsplan

Synoniemen voor "Arbeitsplan":

  • Ablaufplan