Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Brände:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Brände (Duits) in het Spaans

Brände:

Brände [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Brände (Brennen)
    el quemar; el abrasar; el tostar; el arder
    • quemar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • abrasar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tostar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • arder [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Brände:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abrasar Brennen; Brände
arder Brennen; Brände
quemar Brennen; Brände Anbrennen; Verbrennen
tostar Brennen; Brände
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arder anstecken; brennen; einbrennen; erröten; feuern; flammen; lichterloh brennen; lodern; sengen; versengen
quemar abbrennen; anblasen; anfachen; anfeuern; anschüren; aufbrennen; ausbrennen; brennen; einäschern; entbrennen; herunterbrennen; kremieren; leerbrennen; niederbrennen; schüren; verbrennen