Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal Ferien

Vertaal Ferien van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Ferien:
- permiso
Wiktionary:
- Ferien → permiso, vacaciones
- Ferien → vacaciones

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ferien (Duits) in het Spaans

Ferien:

Ferien [die ~] zelfstandig naamwoord

die Ferien (Urlaubszeit; Urlaub; Studienurlaub; Erlaubnis; Erlaubnisschein; Wahlurlaubstag; Erholung; Bildungsurlaub)
el permiso
- permiso [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ferien:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
permiso	Bildungsurlaub; Erholung; Erlaubnis; Erlaubnisschein; Ferien; Studienurlaub; Urlaub; Urlaubszeit; Wahlurlaubstag	Abmachung; Autorisation; Berechtigung; Bestimmung; Bevollmächtigung; Bewilligung; Datenverschaffung; Einwilligung; Erlaubnis; Ermächtigung; Freibrief; Genehmigung; Gutheißung; Lizenz; Permission; Regeln; Regelung; Regulierung; Schankkonzession; Urlaubsbrief; Vereinbarung; Vergleich; Vollmacht; Zulassung; Zustimmung

Synoniemen voor "Ferien":

Freizeit; Urlaub

Wiktionary: Ferien

Ferien

noun

Urlaub^[2]
- Ferien → permiso
schulfrei oder arbeitsfrei oder semesterfreie Zeit einer staatlichen Institution, ausgenommen die Wochenenden und Feiertage
- Ferien → vacaciones

Cross Translation:

From	To	Via
• Ferien	→ vacaciones	↔ holiday — period taken off work or study for travel
• Ferien	→ vacaciones	↔ vacation — holiday, period of leisure time
• Ferien	→ vacaciones	↔ vakantie — een jaarlijkse vrije tijd voor personen in verschillende beroepen en voor leerlingen

Verwante vertalingen van Ferien

Ferien Planung