Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Kalender:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kalender (Duits) in het Spaans

Kalender:

Kalender [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kalender (Zeitrechnung)
    el calendario
  2. der Kalender (Kalenderprogramm)

Kalender

  1. Kalender

Vertaal Matrix voor Kalender:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calendario Kalender; Kalenderprogramm; Zeitrechnung Jahrbuch; Jahreszählung; Zeitrechnung
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Calendario Kalender
programa de calendario Kalender; Kalenderprogramm

Synoniemen voor "Kalender":

  • Almanach; Jahresweiser; Jahrweiser; Kalendarium
  • Zeitrechnung

Wiktionary: Kalender

Kalender
noun
  1. Darstellung, Verzeichnis der aufeinanderfolgenden Tage, Wochen und Monate in Blatt-, Block- oder Buchform, oft mit Angaben zu Feiertagen, Ferien, Gedenktagen, Jahreszeiten, Mondphase, Namenstagen, Sonnenaufgang und Sonnenuntergang

Cross Translation:
FromToVia
Kalender calendario calendar — system by which time is divided
Kalender calendario calendar — means to determine the date
Kalender calendario calendrierlivre ou tableau qui contenir la suite des mois et des jours de l’année.