Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gehen um:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gehen um (Duits) in het Spaans

gehen um:

gehen um werkwoord

  1. gehen um (betreffen; angehen)
    concernir; referirse a; atañer; afectar; tocar a

Vertaal Matrix voor gehen um:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afectar angehen; betreffen; gehen um anrühren; anschlagen; ansprechen; beeinflussen; beeinflußen; beeinträchtigen; behindern; beleidigen; benachteiligen; beschädigen; düpieren; einwirken; jemandem schaden; kränken; lästern; quetschen; rühren; schaden; schmähen; schwächen; schädigen; sichverwunden; treffen; verletzen; verwunden
atañer angehen; betreffen; gehen um
concernir angehen; betreffen; gehen um Belange haben; angehen; anknöpfen; betreffen
referirse a angehen; betreffen; gehen um antun; beabsichtigen; berühren; betreffen; bewegen; bezwecken; erregen; rühren; treffen
tocar a angehen; betreffen; gehen um

Synoniemen voor "gehen um":

  • drehen um; handeln um; Thema sein; zum Gegenstand haben
  • einhergehen; in Erscheinung treten; kommen zu

Wiktionary: gehen um


Cross Translation:
FromToVia
gehen um tratarse de be all about — deal with

Verwante vertalingen van gehen um