Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. rosten:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor rosten (Duits) in het Spaans

rosten:

rosten werkwoord (roste, rostst, rostt, rostte, rosttet, gerostet)

  1. rosten (verrosten; einrosten)
    corroerse; oxidarse

Conjugations for rosten:

Präsens
  1. roste
  2. rostst
  3. rostt
  4. rosten
  5. rostt
  6. rosten
Imperfekt
  1. rostte
  2. rosttest
  3. rostte
  4. rostten
  5. rosttet
  6. rostten
Perfekt
  1. habe gerostet
  2. hast gerostet
  3. hat gerostet
  4. haben gerostet
  5. habt gerostet
  6. haben gerostet
1. Konjunktiv [1]
  1. roste
  2. rostest
  3. roste
  4. rosten
  5. rostet
  6. rosten
2. Konjunktiv
  1. rostte
  2. rosttest
  3. rostte
  4. rostten
  5. rosttet
  6. rostten
Futur 1
  1. werde rosten
  2. wirst rosten
  3. wird rosten
  4. werden rosten
  5. werdet rosten
  6. werden rosten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde rosten
  2. würdest rosten
  3. würde rosten
  4. würden rosten
  5. würdet rosten
  6. würden rosten
Diverses
  1. rost!
  2. rostt!
  3. rosten Sie!
  4. gerostet
  5. rostend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor rosten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corroerse einrosten; rosten; verrosten abfaulen; abnagen; aufbrauchen; aufzehren; ausgeben; aushalten; ausharren; bestehen; dulden; durchhalten; durchmachen; erdulden; erfahren; erleben; erleiden; erodieren; ertragen; fühlen; leiden; sinken; standhalten; stehlen; tragen; untergehen; verbrauchen; verdauen; vertragen; verzehren; wegbeizen; zehren; überdauern; überstehen
oxidarse einrosten; rosten; verrosten festrosten; oxidieren

Synoniemen voor "rosten":


Wiktionary: rosten


Cross Translation:
FromToVia
rosten corroer corrode — to eat away
rosten aherrumbrarse rust — to oxidise
rosten oxidarse roesten — het langzaam oxideren van ijzerhoudende materialen

Verwante vertalingen van rosten