Duits
Uitgebreide vertaling voor weg (Duits) in het Spaans
weg:
-
weg (hinaus)
-
weg (verschwunden; davon)
-
weg
salir pitando-
salir pitando bijvoeglijk naamwoord
-
-
weg (weggefahren)
desencajado; contraído; crispado; demudado-
desencajado bijvoeglijk naamwoord
-
contraído bijvoeglijk naamwoord
-
crispado bijvoeglijk naamwoord
-
demudado bijvoeglijk naamwoord
-
-
weg (fort; verschwunden; futsch)
Vertaal Matrix voor weg:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| fuera | Außenherum | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| a la ida | fort; futsch; verschwunden; weg | |
| adelante | fort; futsch; verschwunden; weg | geradeaus; voran; zuvor |
| contraído | weg; weggefahren | krampfhaft; krampfig; verkrampft |
| crispado | weg; weggefahren | verdreht; verschroben; verzerrt; verzogen |
| demudado | weg; weggefahren | verdreht; verschroben; verzerrt; verzogen |
| desaparecido | davon; verschwunden; weg | spurlos; vergangen; verirrt; verloren; verschwunden |
| desencajado | weg; weggefahren | verdreht; verschroben; verzerrt; verzogen |
| esfumado | davon; verschwunden; weg | diesig; dunstig; grob; heiig; unscharf; verschwommen |
| fuera | hinaus; weg | ab; ausgenommen; aushäusig; außer; außerdem; dabei; daneben; darüber; draußen; herunter; im Freien; in der Natur; namentlich; ohne; raus; sonstig; zusätzlich |
| salir pitando | weg |