Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal zu sich nehmen

Vertaal zu sich nehmen van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

zu sich nehmen:
- comer; cenar; aprovechar; consumir
Wiktionary:
- zu sich nehmen → adoptar, ahijar, prohijar, aceptar, admitir, tomar, acoger, recibir, elegir, escoger

Duits

Uitgebreide vertaling voor zu sich nehmen (Duits) in het Spaans

zu sich nehmen:

zu sich nehmen werkwoord

zu sich nehmen (essen; konsumieren; gebrauchen; speisen; aufessen; aufzehren; verzehren; aufknabbern)
comer; cenar; aprovechar; consumir
- comer werkwoord
- cenar werkwoord
- aprovechar werkwoord
- consumir werkwoord

Vertaal Matrix voor zu sich nehmen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aprovechar	aufessen; aufknabbern; aufzehren; essen; gebrauchen; konsumieren; speisen; verzehren; zu sich nehmen	abbauen; anwenden; aufarbeiten; aufbrauchen; aufessen; aufmachen; aufnehmen; aufsetzen; aufstellen; aufwenden; aufzehren; ausbeuten; ausfertigen; ausnutzen; benutzen; einsetzen; essen; gebrauchen; handhaben; hantieren; inBetriebsetzen; konsumieren; praktizieren; profitieren; schaffen; speisen; tun; verrichten; verspeisen; verwenden; verzehren
cenar	aufessen; aufknabbern; aufzehren; essen; gebrauchen; konsumieren; speisen; verzehren; zu sich nehmen	aufessen; dinieren; ernähren; essen; fressen; füttern; genießen; konsumieren; soupieren; speisen; tafeln; verspeisen; verzehren; zu Abend essen
comer	aufessen; aufknabbern; aufzehren; essen; gebrauchen; konsumieren; speisen; verzehren; zu sich nehmen	aufessen; auffressen; aufzehren; bunkern; dinieren; einreißen; einstecken; ernähren; essen; fressen; futtern; füttern; genießen; hereinkriegen; hineinstopfen; hinunterschlingen; hinunterschlucken; konsumieren; nehmen; schlemmen; schlingen; schlucken; schmausen; schwelgen; soupieren; speisen; stopfen; tafeln; verschlingen; verschlucken; verspeisen; vertilgen; verzehren; ätzen
consumir	aufessen; aufknabbern; aufzehren; essen; gebrauchen; konsumieren; speisen; verzehren; zu sich nehmen	Musik komponieren; Rauschgift konsumieren; anwenden; aufarbeiten; aufbauen; aufbrauchen; aufessen; aufmachen; aufnehmen; aufrauchen; aufsetzen; aufstellen; aufwenden; aufzehren; ausbeuten; ausfertigen; ausgeben; aushalten; ausharren; benutzen; bestehen; bilden; dulden; durchhalten; durchmachen; einsetzen; erdulden; erfahren; erleben; erleiden; ernähren; erquicken; ertragen; essen; formieren; fühlen; gebrauchen; gestalten; handhaben; hantieren; konsumieren; laben; leiden; nutzen; optieren; praktizieren; sinken; speisen; standhalten; stehlen; tragen; tun; untergehen; verarbeiten; verbrauchen; verbrennen; verdauen; verfeuern; verheizen; verrichten; verspeisen; vertragen; verwenden; verwirken; verzehren; zehren; überdauern; überstehen

Synoniemen voor "zu sich nehmen":

reinziehen; aufnehmen; einnehmen; ingestieren; konsumieren; reinpfeifen; agieren; handeln; walten; wirken

Wiktionary: zu sich nehmen

Cross Translation:

From	To	Via
• zu sich nehmen	→ adoptar; ahijar; prohijar; aceptar; admitir; tomar; acoger; recibir; elegir; escoger	↔ adopter — choisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi.

Verwante vertalingen van zu sich nehmen