Auslage: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Auslage:
- étalage; exhibition; exposition; vitrine; devanture; vitrine de magasin
Wiktionary:
- Auslage → dépense, devanture, sortie

Duits

Uitgebreide vertaling voor Auslage (Duits) in het Frans

die Auslage
l'étalage
- étalage [le ~] zelfstandig naamwoord
die Auslage
l'exhibition; l'exposition
- exhibition [la ~] zelfstandig naamwoord
- exposition [la ~] zelfstandig naamwoord
die Auslage (Vitrine; Schaukasten; Glasschrank; Glasschränke; Schaufenster)
la vitrine; l'étalage
- vitrine [la ~] zelfstandig naamwoord
- étalage [le ~] zelfstandig naamwoord
die Auslage (Schaufenster; Schaukasten; Vitrine; Fensterladen; Fensterläden; Schaufensterscheibe)
la devanture; la vitrine; l'étalage; le vitrine de magasin
- devanture [la ~] zelfstandig naamwoord
- vitrine [la ~] zelfstandig naamwoord
- étalage [le ~] zelfstandig naamwoord
- vitrine de magasin [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
devanture	Auslage; Fensterladen; Fensterläden; Schaufenster; Schaufensterscheibe; Schaukasten; Vitrine	Deckmantel; Fassade; Freitreppe; Front; Gesicht; Giebel; Ladenfront; Schaufenster; Schaukasten; Spitze; Vitrine; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; untere Front; vordere Ende
exhibition	Auslage	Ausstellung; Exposition; Kunstausstellung
exposition	Auslage	Aufführung; Auftritt; Ausstellung; Belichtung; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Exposition; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Kunstausstellung; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie
vitrine	Auslage; Fensterladen; Fensterläden; Glasschrank; Glasschränke; Schaufenster; Schaufensterscheibe; Schaukasten; Vitrine	Glasschrank; Laufschrift; Porzellanschrank; Schaufenster; Schaukasten; Vitrine
vitrine de magasin	Auslage; Fensterladen; Fensterläden; Schaufenster; Schaufensterscheibe; Schaukasten; Vitrine
étalage	Auslage; Fensterladen; Fensterläden; Glasschrank; Glasschränke; Schaufenster; Schaufensterscheibe; Schaukasten; Vitrine	Ausstellung; Exposition; Kunstausstellung; Schaukasten; Vitrine

Auslage

noun

ausgelegte Gelder (meist in Mehrzahl) mit dessen Wiedererstattung gerechnet wird
- Auslage → dépense
Werbung: die Präsentation feilgebotener Ware, z. B. in Schaufenstern oder auf dem Markt
- Auslage → devanture

Auslage

noun