Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Braut

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Braut

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Braut:
- mariée; future mariée; fiancée; nouvelle mariée; fiancé
Wiktionary:
- Braut → copine, fiancée
- Braut → nana, gonzesse, minette, future mariée, jeune mariée, épouse, future épouse, mariée, meuf, belle fille

Duits

Uitgebreide vertaling voor Braut (Duits) in het Frans

Braut:

Braut [die ~] zelfstandig naamwoord

die Braut
la mariée; la future mariée; la fiancée; la nouvelle mariée
- mariée [la ~] zelfstandig naamwoord
- future mariée [la ~] zelfstandig naamwoord
- fiancée [la ~] zelfstandig naamwoord
- nouvelle mariée [la ~] zelfstandig naamwoord
die Braut (Verlobte; Bräutigam)
le fiancé; la fiancée
- fiancé [le ~] zelfstandig naamwoord
- fiancée [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Braut:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fiancé	Braut; Bräutigam; Verlobte	Bräutigam; Verlobte; Zukünftige
fiancée	Braut; Bräutigam; Verlobte	Verlobte; Zukünftige
future mariée	Braut
mariée	Braut
nouvelle mariée	Braut

Wiktionary: Braut

Braut

noun

salopp: für Freundin
- Braut → copine
eine (meist verlobte) Frau bis zum Tage nach der Hochzeit
- Braut → fiancée

Cross Translation:

From	To	Via
• Braut	→ nana; gonzesse; minette	↔ bird — woman
• Braut	→ future mariée; jeune mariée; épouse; future épouse; mariée	↔ bride — bride
• Braut	→ gonzesse; meuf	↔ broad — colloquial term for a woman or girl
• Braut	→ belle fille	↔ bruid — een vrouw die in het huwelijk treedt