Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ereignis (Duits) in het Frans

Ereignis:

Ereignis [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ereignis
    l'événement; l'incident; l'actualité; le fait

Ereignis [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ereignis (Vorfall; Begebenheit; Geschehen; Vorgang; Eintreten)
    l'événement; l'incident; le fait
  2. die Ereignis (Geschichte; Geschehen)
    l'histoire

Ereignis

  1. Ereignis (Programmereignis)
    l'événement

Vertaal Matrix voor Ereignis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actualité Ereignis Aktualität; Meldung; Nachricht; Nachrichten; Neuigkeit; Neuigkeiten; Tagesschau
fait Begebenheit; Eintreten; Ereignis; Geschehen; Vorfall; Vorgang Affäre; Akt; Angelegenheit; Fakt; Fall; Frage; Handlung; Sache; Tat; Tatsache; Vorfall; Vorgang; Werk; Zwischenfall
histoire Ereignis; Geschehen; Geschichte Erzählung; Geschichte; Geschichtswissenschaft; Legende; Zwischenfall; Überlieferung
incident Begebenheit; Eintreten; Ereignis; Geschehen; Vorfall; Vorgang Absturz; Anfrage; Vertrag; Vorfall; Zwischenfall
événement Begebenheit; Eintreten; Ereignis; Geschehen; Programmereignis; Vorfall; Vorgang Begeisterung; Enthusiasmus; Erleben; Erlebnis; Zwischenfall
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fait aus; ausgeführt; beendet; bereit; durchgeführt; einsatzbereit; erledigt; erschaffen; fertig; gar; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; geschafft; hergestellt; klar; kreiert; neu hergestellt; parat; produziert; vollendet; vollzogen
incident dazwischen kommend; zischendurch auftretend

Synoniemen voor "Ereignis":


Wiktionary: Ereignis

Ereignis
noun
  1. ein - meist bedeutsames - Geschehen oder Erlebnis
Ereignis
noun
  1. Fait qui survient à un moment donné

Cross Translation:
FromToVia
Ereignis évènement; événement event — occurrence of social or personal importance
Ereignis événement event — computing: action which triggers an event handler
Ereignis incident incident — event or occurrence
Ereignis événement gebeurtenis — iets dat gebeurt of gebeurd is