Duits

Uitgebreide vertaling voor Lage (Duits) in het Frans

Lage:

Lage [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Lage (Position; Standort; Verfassung; Stand; Zustand)
    l'emplacement; la situation; la position
  2. die Lage (Lebensumstände)
    la conditions de vie; la conditions d'existence
  3. die Lage (Tabelle; Liste; Tafel; )
    le tableau; la table; la liste; l'index
    • tableau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • table [la ~] zelfstandig naamwoord
    • liste [la ~] zelfstandig naamwoord
    • index [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Lage (Stoß)
    la nage
    • nage [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Lage (Ortsbestimmung; Stelle; Ort; Ortung)
    l'emplacement; la situation; la localisation; la position

Vertaal Matrix voor Lage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conditions d'existence Lage; Lebensumstände
conditions de vie Lage; Lebensumstände
emplacement Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Position; Stand; Standort; Stelle; Verfassung; Zustand Bahnhofsgelände; Bereich; Bezirk; Drehort; Gebiet; Gelände; Grundstück; Gut; Lagerplatz; Lokation; Navigationsort; Ort; Revier; Territorium; Zone
index Abfassung; Abstufung; Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Ausrichtung; Einstellung; Lage; Leiste; Liste; Rangordnung; Stelle; Tabelle; Tafel; Verzeichnis Fingerling; Grundbuch; Grundbuchamt; Hauptbuch; Index; Inhaltsverzeichnis; Katasteramt; Register; Ringbandbuch; Ringbuch; Ringheft; Verzeichnis; Zeigefinger
liste Abfassung; Abstufung; Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Ausrichtung; Einstellung; Lage; Leiste; Liste; Rangordnung; Stelle; Tabelle; Tafel; Verzeichnis Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Inhaltsverzeichnis; Liste; SharePoint-Liste; Tabelle; Verzeichnis
localisation Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle Aufenthaltsort; Drehort; Lokalisierung; Lokation; Ortung
nage Lage; Stoß
position Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Position; Stand; Standort; Stelle; Verfassung; Zustand Annahme; Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Arbeit; Arbeitsplatz; Arbeitsverhältnis; Aufstellung; Behauptung; Beschaffenheit; Denkweise; Dienststelle; Dienstverhältnis; Drehort; Feststellung; Funktion; Gemütszustand; Grad; Kondition; Lokation; Position; Rang; Rangfolge; Rangordnung; Rechtslage; Stelle; Stellung; Stellungnahme; These; Titel; Wirkungskreis; Zustand
situation Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Position; Stand; Standort; Stelle; Verfassung; Zustand Arbeitsverhältnis; Beschaffenheit; Dienststelle; Dienstverhältnis; Drehort; Gemütszustand; Kondition; Land; Lokation; Nation; Reich; Sachverhalt; Situation; Staat; Stand der Dinge; Stellung; Umstand; Umstände; Verfassung; Zustand
table Abfassung; Abstufung; Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Ausrichtung; Einstellung; Lage; Leiste; Liste; Rangordnung; Stelle; Tabelle; Tafel; Verzeichnis Eßtisch; Tisch; Tischgesellschaft
tableau Abfassung; Abstufung; Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Ausrichtung; Einstellung; Lage; Leiste; Liste; Rangordnung; Stelle; Tabelle; Tafel; Verzeichnis Abbilden; Abbildung; Array; Beschreibung; Bezeichnung; Bild; Bildnis; Charakterisierung; Darstellung; Erläuterung; Gemälde; Illustration; Kamingemälde; Konterfei; Malerei; Paneel; Porträt; Schilderung; Schultafel; Tabelle; Tafel; Umschreibung; Wandtafel; nähere Beschreibung
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
table Tabelle

Synoniemen voor "Lage":


Wiktionary: Lage

Lage
noun
  1. Schicht
  2. momentane Umstand/Verhältnis
  3. Stelle, an der etwas liegt
Lage
noun
  1. Placement, situation, par rapport au soleil, à la lumière, aux radiations, au passage des chalands, etc.
  2. situation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation.
  3. position d’une ville, d’un château, d’une maison, d’un jardin, etc.

Cross Translation:
FromToVia
Lage exposition exposure — gardening
Lage couche layer — single thickness of some material covering a surface
Lage situation difficile; situation délicate predicament — An unfortunate or trying position or condition.
Lage situation situation — position vis-à-vis surroundings
Lage situation situation — location
Lage situation situation — one's status with regard to circumstances
Lage état de choses; situation state of affairs — specific situation
Lage position positie — de ligging van de hand
Lage position ligging — de wijze waarop iets of iemand gelegen is
Lage couche laag — iets dat zich in twee richtingen uitstrekt maar in de derde een beperkte dikte heeft

Verwante vertalingen van Lage



Frans

Uitgebreide vertaling voor Lage (Frans) in het Duits

âge:

âge [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'âge
    Alter; Lebensalter
  2. l'âge
    die Dauer
    • Dauer [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'âge (siècle; époque)
    Zeitalter; Jahrhundert
  4. l'âge (grand âge; vieillesse; ancienneté; âge avancé)
    der Altertum; Alter
    • Altertum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Alter [das ~] zelfstandig naamwoord
  5. l'âge (ancienneté; vieillesse)
    der Altertum; die Antike
    • Altertum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Antike [die ~] zelfstandig naamwoord
  6. l'âge (âge d'homme; ancienneté; vieillesse; âge avancé)
    der Altertum; der Menschenalter

Vertaal Matrix voor âge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Alter ancienneté; grand âge; vieillesse; âge; âge avancé fait d'avoir plus de 65 ans; grand âge; petite vieille; vieillesse; âge avancé
Altertum ancienneté; grand âge; vieillesse; âge; âge avancé; âge d'homme antiquité; monde antique
Antike ancienneté; vieillesse; âge antiquité; monde antique
Dauer âge continuation; durée; laps de temps; longueur; marge
Jahrhundert siècle; âge; époque siècle; éternité
Lebensalter âge
Menschenalter ancienneté; vieillesse; âge; âge avancé; âge d'homme
Zeitalter siècle; âge; époque an; cycle; période; saison; siècle; temps; ère; époque; éternité
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Alter ancienneté

Synoniemen voor "âge":


Wiktionary: âge

âge
noun
  1. Période écoulée depuis la naissance
âge
noun
  1. zählen, messen oder ermitteln Zeitspanne seit der eine Sache, ein Gegenstand oder ein Lebewesen existiert

Cross Translation:
FromToVia
âge Lebenszeit age — whole duration of a being
âge Alter age — part of the duration of a being or thing between its beginning and any given time
âge Periode; Epoche; Zeit age — particular period of time in history
âge Ära tijdperk — een begrensde en als eenheid beschouwde tijd
âge Alter leeftijd — de tijd dat iemand leeft of geleefd heeft, het totaal aantal levensjaren

âgé:

âgé bijvoeglijk naamwoord

  1. âgé (du troisième âge; vieux)
    alt
    • alt bijvoeglijk naamwoord
  2. âgé (le plus âgé; vieillot; du troisième âge)
    alteste; senior

âgé [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'âgé (vieux; vieille)
    der Alte; die Alten
    • Alte [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Alten [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor âgé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Alte vieille; vieux; âgé personnes âgées; petite vieille; vieux
Alten vieille; vieux; âgé personnes âgées; vieux
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alt du troisième âge; vieillot; vieux; âgé plus vieux; plus âgé
alteste du troisième âge; le plus âgé; vieillot; âgé
senior du troisième âge; le plus âgé; vieillot; âgé plus ancien; plus vieux

Synoniemen voor "âgé":


Wiktionary: âgé

âgé
adjective
  1. Qui a un certain nombre d’années, un certain âge.
    • âgéalt
âgé
adjective
  1. gehoben: sehr alt
  2. geh.|: in vorgerücktem Alter
  3. von hohem Alter
  4. vor langer Zeit gemacht oder geschehen