Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Augenmerk:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Augenmerk (Duits) in het Frans

Augenmerk:

Augenmerk [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Augenmerk (Absicht)
    l'intention; le but; l'objectif
    • intention [la ~] zelfstandig naamwoord
    • but [le ~] zelfstandig naamwoord
    • objectif [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Augenmerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
but Absicht; Augenmerk Absicht; Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bedeutung; Bezwecken; Endziel; Endzweck; Erstreben; Intention; Ringscheibe; Schießscheibe; Sinn; Tendenz; Tor; Tor bei einem Fußballspiel; Tragweite; Treffer; Vorsatz; Wert; Wichigkeit; Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe; Zielsetzung; Zweck
intention Absicht; Augenmerk Absicht; Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Anstreben; Anstrebung; Ausrichtung; Beabsichtigen; Bedeutung; Bezwecken; Denkweise; Endzweck; Entschluß; Erstreben; Inhalt; Intention; Neigung; Orientierung auf; Plan; Sinn; Tendenz; Tenor; Tragweite; Trend; Vorhaben; Vorsatz; Wert; Wichigkeit; Ziel; Zielsetzung; Zweck
objectif Absicht; Augenmerk Absicht; Endzweck; Intention; Plan; Ringscheibe; Schießscheibe; Vorsatz; Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe; Zielsetzung; Zweck
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
objectif dienstlich; dürr; geschäftlich; indifferent; kalt; klatblütig; neutral; nüchtern; objektiv; sachlich; unberürht; unbestechlich; ungerührt; unparteiisch

Synoniemen voor "Augenmerk":


Wiktionary: Augenmerk

Augenmerk
noun
  1. bewusste, gezielte Wahrnehmung; Aufmerksamkeit