Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Ausflucht:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausflucht (Duits) in het Frans

Ausflucht:

Ausflucht [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausflucht (Ausrede; Entschuldigung)
    le subterfuge; le faux-fuyant

Vertaal Matrix voor Ausflucht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faux-fuyant Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung Ausflüchte; Ausrede; Ausreden; Suchen von Ausreden; Verdrehen von Tatsachen
subterfuge Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung Ausrede; Dreistigkeit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Kniff; List; Pfiffigkeit; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Trick; Witzigkeit

Synoniemen voor "Ausflucht":


Wiktionary: Ausflucht

Ausflucht
Cross Translation:
FromToVia
Ausflucht échappatoire; brèche loophole — method of escape
Ausflucht subterfuge; faux-fuyant; échappatoire; dérobade prevarication — deceit, evasiveness