Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Baumeister:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Baumeister (Duits) in het Frans

Baumeister:

Baumeister [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Baumeister (Architekt; Architektin; Baukundige; Bautechniker)
    l'architecte
  2. der Baumeister (Bautechniker)
    l'architectonique
  3. der Baumeister
    l'institeur en chef

Vertaal Matrix voor Baumeister:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
architecte Architekt; Architektin; Baukundige; Baumeister; Bautechniker Architektin; Autor; Entwerfer; Erbauer; Erzeuger; Gestalter; Gott; Hersteller; Komponist; Schöpfer; Urheber
architectonique Baumeister; Bautechniker Architektur; Baukunst; Bautechnik; Konstruktionstechnik
institeur en chef Baumeister
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
architectonique bautechnisch

Synoniemen voor "Baumeister":


Wiktionary: Baumeister

Baumeister
Cross Translation:
FromToVia
Baumeister constructeur; bâtisseur builder — a person who builds or constructs things