Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Besonnenheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Besonnenheit (Duits) in het Frans

Besonnenheit:

Besonnenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Besonnenheit (Mäßigung)
    la réserve; la modération; la modestie

Vertaal Matrix voor Besonnenheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
modestie Besonnenheit; Mäßigung Anspruchslosheit; Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Einfachheit; Einfalt; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Genügsamkeit; Kargheit; Keuschheit; Rechtschaffenheit; Schlichtheit; Sittsamkeit; Spärlichkeit; Tugendhaftigkeit; Unbeflecktheit; Wohlwollen; Zurückgezogenheit; Zuvorkommendheit; Ärmlichkeit
modération Besonnenheit; Mäßigung Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Einfachheit; Einfalt; Erleichterung; Linderung; Milderung; Mäßigung; Schlichtheit
réserve Besonnenheit; Mäßigung Ablieferung; Aufgabe; Auslieferung; Beförderung; Beherrschung; Besorgung; Bestellung; Deponie; Depot; Einschickung; Einsendung; Geniertheit; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Lieferung; Magazin; Naturschutzgebiet; Niederlage; Reservat; Reserviertheit; Sammelplatz; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Sendung; Speicher; Verlegenheit; Versand; Versandung; Verschlossenheit; Versendung; Vorbehalt; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager; Wildpark; Zaghaftigkeit; Zurückgezogenheit; Zurückhaltung; Zustellung

Synoniemen voor "Besonnenheit":