Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fahrer (Duits) in het Frans

Fahrer:

Fahrer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fahrer (Chauffeur)
    le chauffeur; l'automobiliste; le conducteur; le pilote
  2. der Fahrer (Chauffeur; Führer; Frachtführer; )
    le chauffeur; le conducteur
  3. der Fahrer (Politiker; Staatsmann; Lenker; Chauffeur)
    le politicien
  4. der Fahrer (Kutscher; Fuhrmann)
    le charretier; le voiturier; le conducteur; le pilote; le chauffeur

Vertaal Matrix voor Fahrer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
automobiliste Chauffeur; Fahrer Autofahrer; Automobilist; Fahrzeughalter
charretier Fahrer; Fuhrmann; Kutscher
chauffeur Chauffeur; Fahrer; Frachtführer; Fuhrmann; Führer; Kutscher; Lenker; Reiter; Wagenführer
conducteur Chauffeur; Fahrer; Frachtführer; Fuhrmann; Führer; Kutscher; Lenker; Reiter; Wagenführer Autofahrer; Automobilist; Begleiter; Elektrizitätsleiter; Fahrzeughalter; Führer; Leiter; Lokführer; Lokomotivführer; Maschinist; Schiene; Wärmeleiter; Zugführer
pilote Chauffeur; Fahrer; Fuhrmann; Kutscher Drache; Flieger; Flugkapitän; Flugzeugkapitän; Gerätetreiber; Pilot; Pilotversuch; Treiber
politicien Chauffeur; Fahrer; Lenker; Politiker; Staatsmann
voiturier Fahrer; Fuhrmann; Kutscher
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conducteur geleitend

Synoniemen voor "Fahrer":


Wiktionary: Fahrer

Fahrer
noun
  1. jemand, der [1] beruflich macht
  2. jemand, der ein Fahrzeug steuern / lenken / bedienen / fahren
Fahrer
noun
  1. Celui qui conduit une automobile
  2. Qui a les commandes d’un véhicule

Cross Translation:
FromToVia
Fahrer conducteur driver — one who drives something
Fahrer conducteur; chauffeur driver — person who drives a motorized vehicle, such as a car or a bus
Fahrer conductrice; conducteur driver — person who drives some other vehicle
Fahrer conducteur; chauffeur chauffeur — de bestuurder van een motorvoertuig
Fahrer conducteur; chauffeur bestuurder — een persoon die een voertuig of andere machine bestuurt