Duits

Uitgebreide vertaling voor Fingerübung (Duits) in het Frans

Fingerübung:

Fingerübung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Fingerübung (Übung; Training; Ausbildung; Schulung)
    l'exercice; l'exercice d'assouplissement
  2. die Fingerübung
    l'exercice d'assouplissement; l'exercice de doigté; l'exercice d'habileté

Vertaal Matrix voor Fingerübung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exercice Ausbildung; Fingerübung; Schulung; Training; Übung Arztpraxis; Ausübung; Erfahrung; Geschäftsjahr; Geübtheit; Körperübung; Praxis; Rettungsbootübung; Routine
exercice d'assouplissement Ausbildung; Fingerübung; Schulung; Training; Übung
exercice d'habileté Fingerübung
exercice de doigté Fingerübung