Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Funke:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Funke (Duits) in het Frans

Funke:

Funke [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Funke (Fünkchen)
    l'étincelle; le rayon; la lueur
    • étincelle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rayon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • lueur [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Funke:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lueur Funke; Fünkchen Abglanz; Angewohnheit; Dämmerlicht; Dämmerung; Finsternis; Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen; Glühen; Halbdunkel; Lichtsignal; Lichtzeichen; Schein; Schimmer; Schimmern; Signalflamme; Zwielicht
rayon Funke; Fünkchen Abschnitt; Abstrahlung; Abteilung; Anteil; Ausstrahlung; Bestandteil; Bezirk; Brett; Bücherbrett; Dezernat; Division; Element; Fachbereich; Gebiet; Gelände; Geschäftsstelle; Grundstück; Gut; Halbmesser; Radius; Regal; Revier; Schrankfach; Segment; Sektion; Spake; Speiche; Stab; Stange; Stock; Strahl; Strahlenbündel; Strahlung; Stück; Teil; Teilchen; Territorium; Verwaltungsregion; Zone; Zweigstelle
étincelle Funke; Fünkchen Abglanz; Angewohnheit; Flimmern; Glitzern; Schein

Wiktionary: Funke

Funke
noun
  1. (umgangssprachlich) eine Kurzform für ein Funkgerät
  2. übertragen: geringe Spur von etwas
  3. die elektrische Funkenentladung
  4. kleines, in der Luft verbrennendes glühendes Teilchen
Funke
noun
  1. Parcelle incandescente d’un feu.
  2. Trait de feu qui jaillit des corps électrisés.
  3. Ce qui donne de l’esprit, de l’âme, à quelque chose ou à quelqu’un.

Cross Translation:
FromToVia
Funke étincelle spark — particle of glowing matter