Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Grundbesitzer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Grundbesitzer (Duits) in het Frans

Grundbesitzer:

Grundbesitzer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Grundbesitzer (Grundherr; Landeigentümer)
    le seigneur; le propriétaire terrien; le propriétaire foncier

Vertaal Matrix voor Grundbesitzer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
propriétaire foncier Grundbesitzer; Grundherr; Landeigentümer Zimmervermieter; Zimmerwirt
propriétaire terrien Grundbesitzer; Grundherr; Landeigentümer
seigneur Grundbesitzer; Grundherr; Landeigentümer Burgvogt; Führer; Fürst; Gebieter; Gewalthaber; Herr; Herrscher; König; Landsmann; Schlossherr

Synoniemen voor "Grundbesitzer":


Wiktionary: Grundbesitzer


Cross Translation:
FromToVia
Grundbesitzer propriétaire terrienne; propriétaire terrien landowner — a person who owns land