Duits

Uitgebreide vertaling voor Krach (Duits) in het Frans

Krach:

Krach [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Krach (Streit; Konflikt; Meinungsverschiedenheit; )
    le conflit; la dispute; la querelle; la collision; le litige; le désaccord; l'accrochage; la discorde; l'altercation; le différend; l'heurt; le démêlé
  2. der Krach (Lärm; Tumult; Spektakel; )
    le bruit; le tapage; le tumulte; le vacarme; le brouhaha; le chahut
    • bruit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tapage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tumulte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • vacarme [le ~] zelfstandig naamwoord
    • brouhaha [le ~] zelfstandig naamwoord
    • chahut [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Krach (Schuß; Bums; Knall; Plumps; Fall)
    le coup; le choc; le boum; le grondement; le fracas; la lourde chute; l'éclat; le coup violent
    • coup [le ~] zelfstandig naamwoord
    • choc [le ~] zelfstandig naamwoord
    • boum [le ~] zelfstandig naamwoord
    • grondement [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fracas [le ~] zelfstandig naamwoord
    • lourde chute [la ~] zelfstandig naamwoord
    • éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
    • coup violent [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Krach (Aufruhr; Trara; Radau; )
    la rumeur; le vacarme; le bruit; le tapage; la cabale; le chahut; le tumulte; le fracas; la cohue
    • rumeur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vacarme [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bruit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tapage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cabale [la ~] zelfstandig naamwoord
    • chahut [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tumulte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fracas [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cohue [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Krach (Knall; Stoß; Schlag; Bums)
    le plouf; le boum; le floc
    • plouf [le ~] zelfstandig naamwoord
    • boum [le ~] zelfstandig naamwoord
    • floc [le ~] zelfstandig naamwoord
  6. der Krach
    le krach
    • krach [le ~] zelfstandig naamwoord
  7. der Krach (Ringen; Kampf; Streit; )
    la lutte; la dispute; la polémique; le conflit; la querelle; le litige; l'heurt; la discorde; le démêlé
    • lutte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dispute [la ~] zelfstandig naamwoord
    • polémique [la ~] zelfstandig naamwoord
    • conflit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • querelle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • litige [le ~] zelfstandig naamwoord
    • heurt [le ~] zelfstandig naamwoord
    • discorde [la ~] zelfstandig naamwoord
    • démêlé [le ~] zelfstandig naamwoord
  8. der Krach (Ordnungswidrigkeit; Krawall; Aufruhr; Radau; Aufregung)
    le désordre; le chahut; l'interruption; l'interférence; l'atteinte à l'ordre public
  9. der Krach (Lärm; Radau)
    la cabale; le boucan
    • cabale [la ~] zelfstandig naamwoord
    • boucan [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Krach:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accrochage Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Anhaken; Ankoppeln; Festhaken; Geplänkel; Handgemenge; Kollision; Scharmützel; Stoß; Zusammenstoß; anhaken; anhängen
altercation Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Stoß; Zusammenstoß
atteinte à l'ordre public Aufregung; Aufruhr; Krach; Krawall; Ordnungswidrigkeit; Radau
boucan Krach; Lärm; Radau
boum Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schlag; Schuß; Stoß Empfänge; Feier; Feierlichkeit; Feiertag; Fest; Festlichkeit; Festtag; Fete; Geburtstag; Jahresfest; Party; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie
brouhaha Andrang; Aufruhr; Betrieb; Krach; Lärm; Radau; Rummel; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trubel; Tumult; Umtrieb; starkeVerkehr Betrieb; Gemurmel; Geräusch; Gesumm; Getreibe; Gewirr; Trubel; Tumult
bruit Andrang; Aufruhr; Betrieb; Krach; Lärm; Radau; Rummel; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trara; Trubel; Tumult; Umtrieb; starkeVerkehr Aufregung; Gebrüll; Gekreisch; Gemurmel; Geräusch; Geschrei; Gesumm; Kreischen; Lärm; Radau; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei; aufheben
cabale Aufruhr; Krach; Lärm; Radau; Spektakel; Trara; Trubel; Tumult
chahut Andrang; Aufregung; Aufruhr; Betrieb; Krach; Krawall; Lärm; Ordnungswidrigkeit; Radau; Rummel; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trara; Trubel; Tumult; Umtrieb; starkeVerkehr Andrang; Beschäftigung; Betriebsamkeit; Chaos; Durcheinander; Emsigkeit; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Lebendigkeit; Lebhaftigkeit; Pfuscherei; Regsamkeit; Rummel; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Spektakel; Sudelei; Trara; Treiben; Trubel; Trümmerhaufen; Wirrwarr; reges Leben
choc Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß Anprall; Anstoß; Beben; Bums; Erschütterung; Puff; Ruck; Schlag; Schock; Stoß; Zusammenstoß; erschütternde Bewegung; leichter Stoß
cohue Aufruhr; Krach; Radau; Spektakel; Trara; Trubel; Tumult Andrang; Beschäftigung; Betrieb; Betriebsamkeit; Emsigkeit; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Hektik; Lebendigkeit; Lebhaftigkeit; Menschenmasse; Menschenmenge; Regsamkeit; Rummel; Spektakel; Trara; Treiben; Trubel; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr
collision Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Kollision; Konflikt; Stoß; Zusammenstoß
conflit Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wettkampf; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Auseinandersetzung; Differenz; Irrgarten; Konflikt; Labyrinth; Meinungsverschiedenheit; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortstreit; Wortwechsel; Zank; Zwietracht
coup Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß Anprall; Anstoß; Beule; Bums; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Faustschlag; Fußtritt; Glockenschlag; Handschlag; Hau; Hieb; Kapriole; Klaps; Kniff; Manöver; Maulschelle; Messerstich; Ohrfeige; Puff; Putsch; Schachzug; Schlag; Schluck; Schuß; Spielzug; Spritzer; Spur; Staatsstreich; Stich; Stoß; Verbeulung; Zug; Zusammenstoß; ein blauer Stelle; leichter Schlag; leichter Stoß; schnelleNummer
coup violent Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß
différend Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Angelegenheit; Auseinandersetzung; Betreff; Blickpunkt; Blickwinkel; Differenz; Erörterung; Fall; Frage; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht; Konflikt; Meinungsverschiedenheit; Problem; Sache; Streit; Streitfrage; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Warte; Wortstreit; Wortwechsel; Zeitpunkt; Zwietracht; kleinePunkt
discorde Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wettkampf; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Auseinandersetzung; Differenz; Erörterung; Irrgarten; Labyrinth; Meinungsverschiedenheit; Mißbehagen; Mißfallen; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Unbehagen; Uneinigkeit; Unfriede; Ungehaltenheit; Unlust; Unmut; Unwille; Unzufriedenheit; Verdrießlichkeit; Verstimmung; Wortstreit; Wortwechsel; Zank; Zwiedracht; Zwiespalt; Zwiespältigkeit; Zwietracht; Zwieträchte
dispute Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wettkampf; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Abstreiten; Anfechten; Angreifen; Auseinandersetzung; Differenz; Erörterung; Irrgarten; Labyrinth; Meinungsverschiedenheit; Schimpfkanonade; Streiten; Streitgespräch; Twist; Uneinigkeit; Wortstreit; Wortwechsel; Zank
démêlé Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wettkampf; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Auseinandersetzung; Differenz; Erörterung; Irrgarten; Labyrinth; Meinungsverschiedenheit; Streitgespräch; Wortwechsel
désaccord Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Mißbehagen; Mißfallen; Streit; Unbehagen; Uneinigkeit; Unfriede; Ungehaltenheit; Unlust; Unmut; Unwille; Unzufriedenheit; Verdrießlichkeit; Verstimmung
désordre Aufregung; Aufruhr; Krach; Krawall; Ordnungswidrigkeit; Radau Anarchie; Ausschreitung; Chaos; Differenz; Durcheinander; Gewirr; Irrgarten; Kram; Krempel; Labyrinth; Pfuscherei; Plunder; Regellosigkeit; Rummel; Sammelsurium; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Streit; Streitigkeit; Störung; Sudelei; Trümmerhaufen; Uneinigkeit; Unfriede; Unordentlichkeit; Unordnung; Unregelmäßigkeit; Unterschlagung; Veruntreuung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr; Zwiespältigkeit
floc Bums; Knall; Krach; Schlag; Stoß Plumps
fracas Aufruhr; Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Radau; Schuß; Spektakel; Trara; Trubel; Tumult Ausbruch; Ausladung; Explosion; Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Vulkanausbruch; Zetergeschrei; plötzlliche Enladung
grondement Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß Anschnauz; Anschnauzer; Ausbruch; Ausladung; Donner; Donnern; Dröhnen; Explosion; Gebrüll; Gedröhn; Gedröhne; Geheul; Geheule; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Gepolter; Geschimpfe; Geschnarch; Getobe; Getöse; Grollen; Grummen; Klagen; Knurren; Lamentieren; Pöbel; Schimpferei; Schläge; Schmatzen; Stöhnen; Vulkanausbruch; Windgetöse; Windheulen; plötzlliche Enladung
heurt Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wettkampf; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Anprall; Anstoß; Beben; Bums; Erschütterung; Friktion; Hieb; Irrgarten; Klaps; Kollision; Labyrinth; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Reibung; Ruck; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; erschütternde Bewegung; leichter Stoß
interférence Aufregung; Aufruhr; Krach; Krawall; Ordnungswidrigkeit; Radau Einmischung; Einschaltung; Interruption; Unterbrechung
interruption Aufregung; Aufruhr; Krach; Krawall; Ordnungswidrigkeit; Radau Arbeitspause; Bruch; Einmischung; Einschaltung; Enthaltsamkeit; Enthaltung; Fraktur; Hemmung; IRQ; Interrupt; Interruptanforderung; Interruption; Mittagspause; Sperrung; Stockung; Störung; Trap; Unterbrechung; Verzicht
krach Krach Börsenkrach
litige Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wettkampf; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Auseinandersetzung; Differenz; Irrgarten; Konflikt; Labyrinth; Meinungsverschiedenheit; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zwietracht
lourde chute Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß
lutte Auseinandersetzung; Balgerei; Fehde; Gefecht; Kampf; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Streit; Streitigkeit; Twist; Wettkampf; Zank Abstreiten; Anfechten; Angreifen; Balgerei; Handgemenge; Irrgarten; Kampf; Keilerei; Krieg; Labyrinth; Ringen; Schlacht; Schlägerei
plouf Bums; Knall; Krach; Schlag; Stoß Plumps
polémique Auseinandersetzung; Balgerei; Fehde; Gefecht; Kampf; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Streit; Streitigkeit; Twist; Wettkampf; Zank Polemik
querelle Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wettkampf; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Auseinandersetzung; Differenz; Erörterung; Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen; Meinungsverschiedenheit; Streitgespräch; Twist; Uneinigkeit; Wortstreit; Wortwechsel; Zank
rumeur Aufruhr; Krach; Radau; Spektakel; Trara; Trubel; Tumult Anschwärzung; Betrieb; Geklatsch; Gemurmel; Gerede; Geräusch; Geschwätz; Gesumm; Getratsch; Getratsche; Getreibe; Gewirr; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Schwatz; Tratsch; Trubel; Tumult
tapage Andrang; Aufruhr; Betrieb; Krach; Lärm; Radau; Rummel; Skandal

Synoniemen voor "Krach":


Wiktionary: Krach

Krach
noun
  1. ohne Plural: sehr lautes, unangenehmes Geräusch; plötzliches, hartes, sehr lautes Geräusch
Krach
noun
  1. (familier, fr) querelle bruyante entraînant du désordre.
  2. économie|fr désastre boursier, chute soudaine de la bourse.
  3. bruit désordonné, tumultueux.

Cross Translation:
FromToVia
Krach bruit; brouhaha; vacarme noise — various sounds, usually unwanted
Krach vacarme; tintamarre racket — loud noise
Krach conflit; confusion; divergence rumpus — noise and confusion
Krach krach crash — ineenstorting van de aandelenmarkt

Verwante vertalingen van Krach