Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Vertrauen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Vertrauen (Duits) in het Frans

Vertrauen:

Vertrauen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Vertrauen (Fiduz)
    la confidence; la confiance; la persuasion; la conviction

Vertaal Matrix voor Vertrauen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
confiance Fiduz; Vertrauen Gemütsruhe; Glaube; Vertrauensstellung; Überzeugung
confidence Fiduz; Vertrauen Bekenntnis; Gemütsruhe; Geständnis
conviction Fiduz; Vertrauen Absicht; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Ansichtsweise; Auffassung; Denkweise; Eindruck; Entscheidung; Gesinnung; Glaube; Meinung; Standpunkt; Urteil; Vorstellung; Wertung; Überzeugung
persuasion Fiduz; Vertrauen Bewegen zu; Glaube; Mitbekommen; Überredung; Überzeugung

Synoniemen voor "Vertrauen":


Wiktionary: Vertrauen

Vertrauen
noun
  1. Überzeugung von der Richtigkeit bzw. Wahrheit einer Handlung oder eines anderen Menschen. In der Regel ein gegenseitiges Verhältnis der Zuverlässigkeit
Vertrauen
noun
  1. Confiance.
  2. Sentiment de sécurité

Cross Translation:
FromToVia
Vertrauen confiance confidence — quality of trusting
Vertrauen confiance trust — confidence in or reliance on some person or quality
Vertrauen confiance vertrouwen — het geloof in betrouwbaarheid van een persoon

Verwante vertalingen van Vertrauen