Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. aufzeufzen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor aufzeufzen (Duits) in het Frans

aufzeufzen:

aufzeufzen werkwoord

  1. aufzeufzen (seufzen; tief aufseufzen; ächzen)
    soupirer; gémir; pousser un soupir
    • soupirer werkwoord (soupire, soupires, soupirons, soupirez, )
    • gémir werkwoord (gémis, gémit, gémissons, gémissez, )
    • pousser un soupir werkwoord

Vertaal Matrix voor aufzeufzen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gémir aufzeufzen; seufzen; tief aufseufzen; ächzen flehen; flennen; heulen; jammern; klagen; meckern; plärren; schluchzen; schreien; sich beschweren; stöhnen; wehklagen; weinen; wimmern; winseln
pousser un soupir aufzeufzen; seufzen; tief aufseufzen; ächzen
soupirer aufzeufzen; seufzen; tief aufseufzen; ächzen hecheln; herbeisehnen; hoffen; keuchen; schmachten; schnaufen; sich sehnen; verlangen