Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal habgierig

Vertaal habgierig van Duits naar Frans

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. habgierig:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor habgierig (Duits) in het Frans

habgierig:

habgierig bijvoeglijk naamwoord

  1. habgierig (geizig; gierig; sparsam; )
    avare; radin; parcimonieux; pingre; mesquin; chiche; ladre
  2. habgierig (habsüchtig; gierig)
    cupide; égoïste; qui veut toujours tout avoir; avide; intéressé

Vertaal Matrix voor habgierig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avare Geizhals; Geizhälse; Geldgier; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer
intéressé Bewerber; Interessent; Interessenten; aussichtsreich
égoïste Egoist
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avare geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; knauserig; knickerig; knickrig; nicht großherzig; sparsam kleinkariert; kleinlich; knickrig; spießig
avide gierig; habgierig; habsüchtig begehrlich; begierig; eifrig; erpicht; gierig; hungrig; lüstern; raubgierig; raublustig; schmachtend; sehnsuchtsvoll; sehnsüchtig; verlangend; versessen; zugespitzt
chiche geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; knauserig; knickerig; knickrig; nicht großherzig; sparsam armselig; dürftig; dürr; empfindlich; eng; gering; geringfügig; hager; hinfällig; karg; knapp; kärglich; mager; nicht im überfluss; schmächtig; schäbig; trocken; winzig; ärmlich
cupide gierig; habgierig; habsüchtig
intéressé gierig; habgierig; habsüchtig andächtig; aufmerksam; beteiligt an; interessiert; teilnehmend; wachsam
ladre geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; knauserig; knickerig; knickrig; nicht großherzig; sparsam dürr; karg; knapp; kärglich; mager; trocken
mesquin geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; knauserig; knickerig; knickrig; nicht großherzig; sparsam beschränkt; borniert; bürgerlich; eng; engstirnig; geizig; genau; gering; gewerblich; klein; kleinbürgerlich; kleinkariert; kleinlich; kleinmütig; knapp; knickrig; kurzsichtig; spießig
parcimonieux geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; knauserig; knickerig; knickrig; nicht großherzig; sparsam armselig; dürftig; empfindlich; eng; gering; geringfügig; hager; hinfällig; karg; knapp; schmächtig; schäbig; winzig; ärmlich
pingre geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; knauserig; knickerig; knickrig; nicht großherzig; sparsam dürr; karg; knapp; kärglich; mager; trocken
qui veut toujours tout avoir gierig; habgierig; habsüchtig
radin geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; knauserig; knickerig; knickrig; nicht großherzig; sparsam kleinkariert; kleinlich; knickrig; spießig
égoïste gierig; habgierig; habsüchtig egoistisch; eigennützig; selbstsüchtig

Synoniemen voor "habgierig":


Wiktionary: habgierig

habgierig
adjective
  1. Qui a un désir excessif d’accumuler.
  2. Qui est d’une avarice mesquine.
  3. Qui a de l’avidité
Cross Translation:
FromToVia
• habgierig → avare ↔ avaricious — actuated by avarice
• habgierig → cupide; avaricieux; avide ↔ greedy — having greed; consumed by selfish desires







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0258 seconde
Page rendered in 1.0 seconds