Hinunterstossen in het Frans vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

hinunterstossen:
- pousser de; lancer de; jeter de; renverser; bousculer; faire tomber; pousser en bas

Duits

Uitgebreide vertaling voor hinunterstossen (Duits) in het Frans

hinunterstossen (herabstoßen; hinunterstoßen; hinabstossen; herunterstoßen; herunterstossen)
pousser de
- pousser de werkwoord
hinunterstossen (hinunterwerfen)
lancer de; jeter de
- lancer de werkwoord
- jeter de werkwoord
hinunterstossen (umstoßen; umwerfen; umstürzen; umreißen; umschütten)
renverser; bousculer; faire tomber
- renverser werkwoord (renverse, renverses, renversons, renversez, renversent, renversais, renversait, renversions, renversiez, renversaient, renversai, renversas, renversa, renversâmes, renversâtes, renversèrent, renverserai, renverseras, renversera, renverserons, renverserez, renverseront)
- bousculer werkwoord (bouscule, bouscules, bousculons, bousculez, bousculent, bousculais, bousculait, bousculions, bousculiez, bousculaient, bousculai, bousculas, bouscula, bousculâmes, bousculâtes, bousculèrent, bousculerai, bousculeras, bousculera, bousculerons, bousculerez, bousculeront)
- faire tomber werkwoord
hinunterstossen (hinunterdrücken)
pousser en bas
- pousser en bas werkwoord

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bousculer	hinunterstossen; umreißen; umschütten; umstoßen; umstürzen; umwerfen	dringen; durchwühlen; herabstossen; schieben; umkippen; umschlagen; wegdrängen; wegschieben; über den Haufen laufen
faire tomber	hinunterstossen; umreißen; umschütten; umstoßen; umstürzen; umwerfen	auseinandernehmen; hinabstürzen; jemanden zu Fall bringen; mitreißen; niederfallen; niederschlagen; umkippen; umreißen; umschlagen; umspringen; umstoßen; zu Boden schlagen
jeter de	hinunterstossen; hinunterwerfen
lancer de	hinunterstossen; hinunterwerfen
pousser de	herabstoßen; herunterstossen; herunterstoßen; hinabstossen; hinunterstossen; hinunterstoßen
pousser en bas	hinunterdrücken; hinunterstossen	hinunterdrücken
renverser	hinunterstossen; umreißen; umschütten; umstoßen; umstürzen; umwerfen	ausrutschen; biegen; einenPurzelbaumschlagen; fallen; fliegen; hinfallen; hinüberfahren; jemanden zu Fall bringen; kehren; kentern; kippen; mitreißen; modifizieren; purzeln; stolpern; straucheln; stürzen; taumeln; umbiegen; umblasen; umdrehen; umfahren; umfallen; umkehren; umkippen; umreißen; umschlagen; umschütten; umspringen; umstoßen; umstürzen; umwehen; umwerfen; überfahren