Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. käuflich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor käuflich (Duits) in het Frans

käuflich:

käuflich bijvoeglijk naamwoord

  1. käuflich (erhältlich; verkäuflich; lieferbar)
    à vendre; disponible; en vente; en vente chez
  2. käuflich (korrupt; bestechlich)
    corrompu

Vertaal Matrix voor käuflich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disponible erhältlich; käuflich; lieferbar; verkäuflich auf Lager; bereit; einsatzbereit; erhältlich; fertig; frei; klar; lieferbar; parat; verfügbar; vorhanden; vorliegend; vorrätig; zur Verfügung; zur Verfügung stehend
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
disponible verfügbar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corrompu bestechlich; korrupt; käuflich ausarten; faul; frivol; korrupt; liederlich; ranzig; schlecht; stinkend; stinkig; unanständig; unmoralisch; unsittlich; verderbt; verdorben; verfault; vergammelt; verlottert; verrotet
en vente erhältlich; käuflich; lieferbar; verkäuflich
en vente chez erhältlich; käuflich; lieferbar; verkäuflich erhältlich; lieferbar
à vendre erhältlich; käuflich; lieferbar; verkäuflich

Synoniemen voor "käuflich":


Wiktionary: käuflich

käuflich
adjective
  1. Qui se vendre, qui peut se vendre ; il ne se dit au propre que des charges et des emplois qui s’acheter à prix d’argent.

Cross Translation:
FromToVia
käuflich achetable buyable — that can be bought
käuflich à vendre for sale — being offered for purchase