Duits
Uitgebreide vertaling voor verengen (Duits) in het Frans
verengen:
-
verengen (verschmälern; engermachen; sich verengen)
Conjugations for verengen:
Präsens
- verenge
- verengst
- verengt
- verengen
- verengt
- verengen
Imperfekt
- verengte
- verengtest
- verengte
- verengten
- verengtet
- verengten
Perfekt
- habe verengt
- hast verengt
- hat verengt
- haben verengt
- habt verengt
- haben verengt
1. Konjunktiv [1]
- verenge
- verengest
- verenge
- verengen
- verenget
- verengen
2. Konjunktiv
- verengte
- verengtest
- verengte
- verengten
- verengtet
- verengten
Futur 1
- werde verengen
- wirst verengen
- wird verengen
- werden verengen
- werdet verengen
- werden verengen
1. Konjunktiv [2]
- würde verengen
- würdest verengen
- würde verengen
- würden verengen
- würdet verengen
- würden verengen
Diverses
- vereng!
- verengt!
- verengen Sie!
- verengt
- verengend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor verengen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| rétrécir | engermachen; sich verengen; verengen; verschmälern | abnehmen; einschnüren; mindern; reduzieren; schrumpfen; schwinden; zurückgehen |