Übelkeit: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Übelkeit (Duits) in het Nederlands

die Übelkeit (Unpäßlichkeit)
de akeligheid; de ellendigheid; de beroerdheid
- akeligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ellendigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- beroerdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Bewegungskrankheit; Brechreiz; Kinetose; Nausea; Schlechtsein; Seekrankheit; Beschwerde; Krankheitszeichen; Symptom

Cross Translation:

From	To	Via
• Übelkeit	→ misselijkheid	↔ nausea — feeling of physical unwellness, usually with the desire to vomit