Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: übersenden

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: übersenden

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. übersenden:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor übersenden (Duits) in het Nederlands

übersenden:

übersenden werkwoord (übersende, übersendest, übersendet, übersendete, übersendetet, übersendet)

  1. übersenden (umbuchen von Geld; überweisen; überschreiben; )
    geld overmaken; overschrijven; overboeken; overzenden
    • geld overmaken werkwoord
    • overschrijven werkwoord (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)
    • overboeken werkwoord (overboek, overboekt, overboekte, overboekten, overboekt)
    • overzenden werkwoord (zend over, zendt over, zond over, zonden over, overgezonden)

Conjugations for übersenden:

Präsens
  1. übersende
  2. übersendest
  3. übersendet
  4. übersenden
  5. übersendet
  6. übersenden
Imperfekt
  1. übersendete
  2. übersendetest
  3. übersendete
  4. übersendeten
  5. übersendetet
  6. übersendeten
Perfekt
  1. habe übersendet
  2. hast übersendet
  3. hat übersendet
  4. haben übersendet
  5. habt übersendet
  6. haben übersendet
1. Konjunktiv [1]
  1. übersende
  2. übersendest
  3. übersende
  4. übersenden
  5. übersendet
  6. übersenden
2. Konjunktiv
  1. übersendete
  2. übersendetest
  3. übersendete
  4. übersendeten
  5. übersendetet
  6. übersendeten
Futur 1
  1. werde übersenden
  2. wirst übersenden
  3. wird übersenden
  4. werden übersenden
  5. werdet übersenden
  6. werden übersenden
1. Konjunktiv [2]
  1. würde übersenden
  2. würdest übersenden
  3. würde übersenden
  4. würden übersenden
  5. würdet übersenden
  6. würden übersenden
Diverses
  1. übersend!
  2. übersendet!
  3. übersenden Sie!
  5. übersendet
  6. übersendend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor übersenden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overschrijven Abgucken; Abschreiben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geld overmaken deponieren; eintragenlassen; herüberschicken; hinterlegen; umbuchen von Geld; übermitteln; überschreiben; übersenden; überweisen
overboeken deponieren; eintragenlassen; herüberschicken; hinterlegen; umbuchen von Geld; übermitteln; überschreiben; übersenden; überweisen
overschrijven deponieren; eintragenlassen; herüberschicken; hinterlegen; umbuchen von Geld; übermitteln; überschreiben; übersenden; überweisen abschreiben; außer Kraft setzen; kopieren; überschreiben
overzenden deponieren; eintragenlassen; herüberschicken; hinterlegen; umbuchen von Geld; übermitteln; überschreiben; übersenden; überweisen übertragen

Wiktionary: übersenden

Cross Translation:
FromToVia
• übersenden → aanhouden; afdanken; afmonsteren; doorsturen; doorzenden; heruitzenden; ontslaan; ontzetten; refereren; reflecteren; retourneren; royeren; spiegelen; terugbezorgen; teruggooien; terugkaatsen; terugsturen; terugwerpen; terugwijzen; uitdrijven; uitstellen; verdagen; verdrijven; verjagen; verschuiven; verwijzen; weerkaatsen; weerspiegelen; wegdrijven; wegjagen ↔ renvoyer — envoyer de nouveau.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0488 seconde
Page rendered in 1.0 seconds