Duits

Uitgebreide vertaling voor Element (Duits) in het Nederlands

Element:

Element [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Element (Stück; Teil; Bestandteil; )
    het onderdeel; de component; het deel; het bestanddeel; het ingrediënt; het basisbestanddeel; het stuk; de element; de fractie
  2. Element (Faktor)
    de factor; de element
    • factor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • element [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. Element
  4. Element
    het item
    • item [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. Element (Outlook-Element)
    het item; Outlook-item
  6. Element (Dimensionselement)
    het lid; dimensielid

Vertaal Matrix voor Element:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
basisbestanddeel Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen
bestanddeel Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen
component Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen Struktur
deel Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen Abschnitt; Anteil; Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bruchteil; Bund; Dreschboden; Druck; Erbe; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Glied; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Segment; Stück; Teil; Teilchen; Vermächtnis
element Anteil; Bestandteil; Element; Faktor; Segment; Stück; Teil; Teilchen
factor Element; Faktor
fractie Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen Anteil; Bruchteil; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen
ingrediënt Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen
item Element; Outlook-Element Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug
lid Dimensionselement; Element Absatz; Abschnitt; Angehörige; Augenlid; Deckel; Mitglied; Paragraph; Penis; Pimmel; Rute; Schwanz
onderdeel Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen Ersatzteil; Komponente
stuk Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen Anteil; Bruchteil; Bühnenstück; Drama; Geschütz; Glied; Kanone; Prachtweib; Publikation; Schauspiel; Schönheit; Segment; Stück; Teil; Teilchen; Veröffentlichung; flotte Biene; heißer Typ; schöner Mensch; toller Typ
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stuk angeschlagen; außer Gebrauch; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; in Scherben; in Stücken; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Outlook-item Element; Outlook-Element
deel Kachel
dimensielid Dimensionselement; Element
element Element

Synoniemen voor "Element":


Wiktionary: Element

Element
noun
  1. scheikunde|nld de naam voor een stof die via de scheikunde niet meer in verschillende substanties te splitsen is, zo'n stof bestaat louter uit één type van atomen

Cross Translation:
FromToVia
Element element element — chemistry: simplest chemical substance
Element element element — alchemy: one of the four basic building blocks
Element element element — set theory: object in a set
Element element entry — term in a matrix
Element exemplaar; artikel; object; stuk item — distinct physical object
Element beginsel; bestanddeel; element élémentpartie unitaire d’un ensemble.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Element (Nederlands) in het Duits

element:

element [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de element (factor)
    der Faktor; Element
    • Faktor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Element [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. de element (basisbestanddeel; onderdeel; component; )
    Stück; Teil; der Bestandteil; Element; Segment; der Anteil; Teilchen
    • Stück [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Teil [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bestandteil [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Element [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Segment [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Anteil [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Teilchen [das ~] zelfstandig naamwoord

element

  1. element
    Element
    • Element [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor element:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anteil basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; band; bijdrage; boekdeel; contributie; deel; deelname; deelneming; erfdeel; erfenis; fractie; gedeelte; groeifonds; inbreng; lidmaatschapsgeld; part; participatie; portie; stuk; vennootschapsaandeel; volume; wat iemand erft
Bestandteil basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat
Element basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; factor; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk Outlook-item; dimensielid; item; lid
Faktor element; factor
Segment basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk deel; fractie; gedeelte; part; rekeningcodesegment; segment; stuk
Stück basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; bijdrage; bon; brok; brokje; coupon; deel; deeltje; drama; fractie; gedeelte; inbreng; kleine brok; klont; lap; moot; onderdeeltje; part; plak; schouwspel; segment; stuk; stuk stof; suikerklontje; toneelstuk; tranche
Teil basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; bouwwerk; deel; deeltje; fractie; gebouw; gedeelte; ledematen; lichaamsdelen; onderdeeltje; pand; part; portie; segment; stuk
Teilchen basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk deel; deeltje; fractie; gedeelte; onderdeeltje; part; stuk
- deel; gedeelte; part; stuk

Verwante woorden van "element":

  • elementen

Synoniemen voor "element":


Antoniemen van "element":


Verwante definities voor "element":

  1. wat kleiner is dan het totaal1
    • deze bank bestaat uit drie elementen1
  2. kracht van de natuur1
    • de vier elementen zijn: water, vuur, aarde, lucht1

Wiktionary: element

element
noun
  1. scheikunde|nld de naam voor een stof die via de scheikunde niet meer in verschillende substanties te splitsen is, zo'n stof bestaat louter uit één type van atomen

Cross Translation:
FromToVia
element Element element — chemistry: simplest chemical substance
element Element element — alchemy: one of the four basic building blocks
element Element element — set theory: object in a set
element Bauelement element — heating element
element Element entry — term in a matrix
element Batterie; Artillerieeinheit batterie — (vieilli) querelle où il y a des coups donnés.
element Stapel pile — Superposition verticale d’objets
element Element; Urstoff; Grundstoff; Naturgewalt; Bestandteil; Baustein; Zelle élémentpartie unitaire d’un ensemble.

Verwante vertalingen van Element