Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Emission:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Emission (Duits) in het Nederlands

Emission:

Emission [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Emission (Ausgabe; Erteilung; Herausgabe; Distribution)
    de verstrekking; de uitgifte; de uitreiking; de uitgaaf; de afgifte; de uitdeling

Vertaal Matrix voor Emission:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgifte Ausgabe; Distribution; Emission; Erteilung; Herausgabe Abgabe; Ablieferung; Aufgabe; Ausgabe; Auslieferung; Beförderung; Besorgung; Bestellung; Einlieferung; Einschickung; Einsendung; Lieferung; Sendung; Versand; Versandung; Versendung; Zustellung
uitdeling Ausgabe; Distribution; Emission; Erteilung; Herausgabe
uitgaaf Ausgabe; Distribution; Emission; Erteilung; Herausgabe Ausgabe; Auslagen; Geldausgabe; Spesen; Unkosten
uitgifte Ausgabe; Distribution; Emission; Erteilung; Herausgabe Abgang; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Veröffentlichung
uitreiking Ausgabe; Distribution; Emission; Erteilung; Herausgabe
verstrekking Ausgabe; Distribution; Emission; Erteilung; Herausgabe Datenverschaffung

Synoniemen voor "Emission":


Wiktionary: Emission


Cross Translation:
FromToVia
Emission emissie; uitstoot emission — something that is emitted
Emission uitgifte émission — Action d’émettre ou résultat de cette action