Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Fernsehen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Fernsehen

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Fernsehen:
- televisiekijken; televisie; tv
Wiktionary:
- Fernsehen → televisie, televisieomroep
- Fernsehen → televisie
- fernsehen → tv-kijken, televisiekijken
Gebruikers suggesties voor Fernsehen:
- tv kijken

Duits

Uitgebreide vertaling voor Fernsehen (Duits) in het Nederlands

fernsehen:

Synoniemen voor "fernsehen":

Fernsehen gucken; in die Röhre gucken; in die Röhre schauen

Wiktionary: fernsehen

fernsehen

verfolgen, anschauen von Fernsehprogrammen und Fernsehsendungen
- fernsehen → tv-kijken; televisiekijken

Fernsehen:

Fernsehen [das ~] zelfstandig naamwoord

Fernsehen
televisiekijken
- televisiekijken [znw.] zelfstandig naamwoord
Fernsehen
de televisie
- televisie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
Fernsehen (TV)
de tv
- tv [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fernsehen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
televisie	Fernsehen	Fernseher; Fernsehgerät
televisiekijken	Fernsehen
tv	Fernsehen; TV

Synoniemen voor "Fernsehen":

Television; TV

Wiktionary: Fernsehen

Fernsehen

noun

das analoge und digitale Senden, Empfangen und die Technik der Bild- und Tonübertragung im Allgemeinen
- Fernsehen → televisie

Fernsehen

noun

medium
- televisie → Fernsehen
televisieomroep
- televisieomroep → Fernsehen

Cross Translation:

From	To	Via
• Fernsehen	→ televisie	↔ television — medium
• Fernsehen	→ televisie	↔ television — program broadcasting
• Fernsehen	→ televisie	↔ télévision — Ensemble des techniques utilisées pour transmettre des images à distance par voies hertziennes captée par une antenne ou un câble; actuellement en passage depuis l’analogique vers le numérique.