Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Flut:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. flut:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Flut (Duits) in het Nederlands

Flut:

Flut [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Flut (Überschwemmung; Überflutung; Hochwasser)
    de overstroming
  2. die Flut (Hochwasser)
    het hoogwater; hoge waterstand

Vertaal Matrix voor Flut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoge waterstand Flut; Hochwasser
hoogwater Flut; Hochwasser Hochwasser
overstroming Flut; Hochwasser; Überflutung; Überschwemmung Überschwemmung

Synoniemen voor "Flut":


Wiktionary: Flut

Flut
noun
  1. der (in den meisten Teilen der Welt) zweimal tägliche Zeitraum des Wasserauflaufes an den Küsten der Weltmeere

Cross Translation:
FromToVia
Flut vloed; overstroming flood — overflow of water
Flut vloed flow — the rising movement of the tide
Flut hoog tij; hoog water; hoogwater; vloed high tide — the natural tide at its highest level
Flut vloed; toevloed; toeloop; bloedaandrang; congestie afflux — médecine|fr action d’affluer, concours des liquides vers une partie de l’organisme.
Flut vloed marée haute — géographie|fr période de la journée où l’attraction conjuguée de la Lune et du Soleil est au maximum.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Flut (Nederlands) in het Duits

flut:

flut [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. flut
    wertloses Zeug

Vertaal Matrix voor flut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wertloses Zeug flut junk; prullaria; rommel