Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gebärde:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gebärde (Duits) in het Nederlands

Gebärde:

Gebärde [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gebärde (Geste; Zeichen; Signal; Wink)
    het gebaar; de geste
    • gebaar [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geste [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gebärde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebaar Gebärde; Geste; Signal; Wink; Zeichen Bewegung; Geste; Körperbewegung
geste Gebärde; Geste; Signal; Wink; Zeichen

Synoniemen voor "Gebärde":


Wiktionary: Gebärde

Gebärde
noun
  1. synonymer Gebrauch für 'Geste' im weiteren Sinne
  2. Bewegung eines Körperteils, mit der man etwas sagen möchte
Gebärde
noun
  1. een beweging waarmee men iets wil zeggen

Cross Translation:
FromToVia
Gebärde gebaar gesture — motion of the limbs or body
Gebärde teken sign — meaningful gesture
Gebärde gebaar; teken sign — linguistic unit in sign language
Gebärde gebaar; geste gesteaction et mouvement du corps et particulièrement des bras et des mains, action et mouvement employés à signifier quelque chose.