Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Hilfsverb:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hilfsverb (Duits) in het Nederlands

Hilfsverb:

Hilfsverb [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Hilfsverb (Hilfszeitwort; Hilfszeitwörter)
    het hulpwerkwoord

Vertaal Matrix voor Hilfsverb:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hulpwerkwoord Hilfsverb; Hilfszeitwort; Hilfszeitwörter

Synoniemen voor "Hilfsverb":


Wiktionary: Hilfsverb

Hilfsverb
noun
  1. Linguistik: Verb, das als grammatisches Wort nur zusammen mit anderen Ausdrücken ein Prädikat bildet
Hilfsverb
noun
  1. een werkwoord dat samen met een ander werkwoord de tijd of de hoedanigheid van het werkwoord vaststelt

Cross Translation:
FromToVia
Hilfsverb hulpwerkwoord auxiliary — auxiliary verb
Hilfsverb hulpwerkwoord auxiliary verb — a helping verb