Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Lähmung

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Lähmung

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Lähmung:
- verlamming; lamheid; verlamdheid
Wiktionary:
- Lähmung → verlamming
- Lähmung → verlamming, verslagenheid, verdoving

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lähmung (Duits) in het Nederlands

Lähmung:

Lähmung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Lähmung
de verlamming; de lamheid; de verlamdheid
- verlamming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verlamdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lähmung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lamheid	Lähmung
verlamdheid	Lähmung
verlamming	Lähmung

Synoniemen voor "Lähmung":

Paralyse; Beschwerde; Krankheitszeichen; Symptom

Wiktionary: Lähmung

Lähmung

noun

übertragen: Zustand, in dem sich in einem System nichts verändert, es nicht mehr funktioniert
- Lähmung → verlamming
Medizin, Neurologie: verringerte Funktion der Nerven, mit Ausfällen des Empfindens und der Bewegungsfähigkeit
- Lähmung → verlamming
Medizin: anteiliger oder kompletter Funktionsverlust eines Körperteils oder OrgansystemWikipedia|Lähmung|oldid=112339017
- Lähmung → verlamming

Lähmung

noun

toestand waarin men niet is staat is zich te bewegen
- verlamming → Lähmung

Cross Translation:

From	To	Via
• Lähmung	→ verlamming	↔ paralysis — loss of muscle control
• Lähmung	→ verslagenheid; verdoving	↔ torpeur — médecine\|fr zoologie\|fr engourdissement, somnolence, ralentissement des fonctions vitales.