Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Möhre:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Möhre (Duits) in het Nederlands

Möhre:

Möhre [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Möhre (Karotte; Wurzel; Mohrrübe)
    de kroot; de wortel
    • kroot [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wortel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. die Möhre (Karotte; Wurzel; Mohrrübe)
    de wortel; de peen
    • wortel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • peen [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Möhre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kroot Karotte; Mohrrübe; Möhre; Wurzel
peen Karotte; Mohrrübe; Möhre; Wurzel
wortel Karotte; Mohrrübe; Möhre; Wurzel

Synoniemen voor "Möhre":


Wiktionary: Möhre

Möhre
noun
  1. Wurzelgemüse einiger Arten aus der Familie der Doldenblütler

Cross Translation:
FromToVia
Möhre wortel; peen carrot — orange root vegetable
Möhre wortel; peen carotte — Légume