Mönch: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Mönch:
- monnik; frater; broeder; kloosterling; kloosterbroeder; lekenbroeder; broeder-onderwijzer
Wiktionary:
- Mönch → zwartkop, monnik
- Mönch → monnik, weer, zwartkop, kloosterbroeder, kloosterling

Duits

Uitgebreide vertaling voor Mönch (Duits) in het Nederlands

der Mönch (Klosterbruder; Klosterleute; Ordensbruder; Pfleger; Geistliche)
de monnik; de frater; de broeder; de kloosterling
- monnik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- frater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- broeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kloosterling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Mönch (Klosterbruder; Frater; Ordensbruder)
de kloosterbroeder; de lekenbroeder
- kloosterbroeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lekenbroeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Mönch (Frater; Ordensbruder; Klosterbruder)
de frater; broeder-onderwijzer
- frater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- broeder-onderwijzer [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
broeder	Geistliche; Klosterbruder; Klosterleute; Mönch; Ordensbruder; Pfleger	Bruder; Diener eines Gottesdienstes; Frater; Geistliche; Klosterbruder; Krankenpfleger; Laienbruder; Pastor; Pfarrer; Pfleger; Sanitäter
broeder-onderwijzer	Frater; Klosterbruder; Mönch; Ordensbruder
frater	Frater; Geistliche; Klosterbruder; Klosterleute; Mönch; Ordensbruder; Pfleger
kloosterbroeder	Frater; Klosterbruder; Mönch; Ordensbruder
kloosterling	Geistliche; Klosterbruder; Klosterleute; Mönch; Ordensbruder; Pfleger
lekenbroeder	Frater; Klosterbruder; Mönch; Ordensbruder	Laienbruder
monnik	Geistliche; Klosterbruder; Klosterleute; Mönch; Ordensbruder; Pfleger

Mönch

noun

Mönch

noun

een man die uit religieuze overwegingen teruggetrokken leeft, voornamelijk in een klooster
- monnik → Mönch

Cross Translation:

From	To	Via
• Mönch	→ monnik	↔ monk — male member of monastic order
• Mönch	→ weer	↔ wether — castrated buck goat
• Mönch	→ zwartkop	↔ fauvette à tête noire — ornithol\|nocat Espèce de petit oiseau passereau, fauvette des buissons de l'Ancien Monde dont le mâle a une calotte noire, celle de la femelle étant rousse.
• Mönch	→ monnik; kloosterbroeder; kloosterling	↔ moine — Religieux