Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Mai

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Mai

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Mai:
- mei
Wiktionary:
- Mai → mei, bloeimaand
- Mai → mei

Duits

Uitgebreide vertaling voor Mai (Duits) in het Nederlands

Mai:

Mai [der ~] zelfstandig naamwoord

der Mai
de mei
- mei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mai:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mei	Mai

Synoniemen voor "Mai":

fünfter Monat des Jahres; Wonnemonat; Wonnemond; Jahreszwölftel; Monat

Wiktionary: Mai

Mai

noun

der fünfte Monat im Jahr
- Mai → mei; bloeimaand

Cross Translation:

From	To	Via
• Mai	→ mei	↔ May — fifth month of the Gregorian calendar

Verwante vertalingen van Mai

Erster Mai