Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Mutter

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Mutter

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Mutter:
- moeder; mamma; mammie; mama; moe; mams; ma
Mütter:
- ouders
Wiktionary:
- Mutter → moer, moeder
- Mutter → moeder, moer, schroefmoer, moerschroef

Duits

Uitgebreide vertaling voor Mutter (Duits) in het Nederlands

Mutter:

Mutter [die ~] zelfstandig naamwoord

die Mutter (Mutti; Flügelmutter; Oberin)
de moeder
– vrouw die een of meer kinderen gekregen heeft ¹
- moeder [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  - dag kind, is je moeder thuis?¹
de mamma; de mammie; de mama; de moe; mams; de ma
- mamma [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- mammie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- mama [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- moe [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- mams [znw.] zelfstandig naamwoord
- ma [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mutter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ma	Flügelmutter; Mutter; Mutti; Oberin
mama	Flügelmutter; Mutter; Mutti; Oberin
mamma	Flügelmutter; Mutter; Mutti; Oberin
mammie	Flügelmutter; Mutter; Mutti; Oberin
mams	Flügelmutter; Mutter; Mutti; Oberin
moe	Flügelmutter; Mutter; Mutti; Oberin
moeder	Flügelmutter; Mutter; Mutti; Oberin
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
moe		ermattet; ermüdet

Synoniemen voor "Mutter":

Alte; Mam; Mama; Mami; Muddern; Mutti; Angehöriger; Familienangehöriger; Familienmitglied; Verwandter
Schraubenmutter

Wiktionary: Mutter

Mutter

noun

kurz für: Schraubenmutter, welche das Gegenstück zu der Schraube bildet
- Mutter → moer

weibliches Elternteil; eine Frau, welche Kinder geboren hat
- Mutter → moeder

Mutter

noun

een vrouwelijke ouder
- moeder → Mutter

Cross Translation:

From	To	Via
• Mutter	→ moeder	↔ mother — female (human) who parents a child, gives birth to a baby, or is pregnant
• Mutter	→ moeder	↔ mother — one’s female parent
• Mutter	→ moer	↔ nut — that fits on a bolt
• Mutter	→ moeder	↔ mère — Femme qui a donné naissance
• Mutter	→ moeder	↔ mère — Femme qui a le rôle maternel
• Mutter	→ moer; schroefmoer; moerschroef	↔ écrou — Pièce d’assemblage mécanique

Mütter:

Mütter [die ~] zelfstandig naamwoord

die Mütter (Eltern)
de ouders
- ouders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Mütter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ouders	Eltern; Mütter

Verwante vertalingen van Mutter

¹Muiswerk Woordenboek