Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Ohr

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Ohr

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Ohr:
- oor van een kopje; oor
- oor; gehoororgaan
Öhr:
- oog; oog van de naald
Wiktionary:
- Ohr → oor
- Ohr → oor
- Öhr → oog, naaldoog

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ohr (Duits) in het Nederlands

Ohr:

Ohr [das ~] zelfstandig naamwoord

Ohr (Tassenohr)
het oor van een kopje; het oor
- oor van een kopje [het ~] zelfstandig naamwoord
- oor [het ~] zelfstandig naamwoord

Ohr

Ohr
oor; gehoororgaan
- oor
- gehoororgaan

Vertaal Matrix voor Ohr:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
oor	Ohr; Tassenohr
oor van een kopje	Ohr; Tassenohr
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gehoororgaan	Ohr
oor	Ohr

Synoniemen voor "Ohr":

Gehör; Hörorgan; Lauschlappen; Ohrwaschl; Körperteil; Organ

Wiktionary: Ohr

Ohr

noun

Anatomie: Sinnesorgan zur Wahrnehmung von akustischen Signalen (Gehör)
- Ohr → oor

Ohr

noun

het lichaamsdeel waarmee geluiden kunnen worden gehoord
- oor → Ohr

Cross Translation:

From	To	Via
• Ohr	→ oor	↔ ear — organ of hearing
• Ohr	→ oor	↔ oreille — Organe de l’audition

Öhr:

Öhr [die ~] zelfstandig naamwoord

die Öhr (Nadelöhr; Öse; Auglein; Äugelchen; Äuglein)
het oog; oog van de naald
- oog [het ~] zelfstandig naamwoord
- oog van de naald [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Öhr:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
oog	Auglein; Nadelöhr; Äugelchen; Äuglein; Öhr; Öse
oog van de naald	Auglein; Nadelöhr; Äugelchen; Äuglein; Öhr; Öse

Wiktionary: Öhr

Cross Translation:

From	To	Via
• Öhr	→ oog; naaldoog	↔ eye — hole in needle