Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Paddel:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. paddel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Paddel (Duits) in het Nederlands

Paddel:

Paddel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Paddel
    de paddel; schoep van een scheprad

Paddel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Paddel
    de peddel
    • peddel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Paddel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paddel Paddel
peddel Paddel
schoep van een scheprad Paddel

Synoniemen voor "Paddel":


Wiktionary: Paddel

Paddel
noun
  1. frei führen unten blattförmig erweitern Stange zum Fortbewegen eines Bootes
Paddel
noun
  1. stok met aan het uiteinde een verbreding, gebruikt om een vaartuig voort te bewegen

Cross Translation:
FromToVia
Paddel paddel aube — planche fixée à la circonférence d’une roue



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Paddel (Nederlands) in het Duits

paddel:

paddel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de paddel (schoep van een scheprad)
    der Paddel
    • Paddel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paddel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Paddel paddel; schoep van een scheprad peddel

Verwante woorden van "paddel":

  • paddelen, paddels, paddeltje, paddeltjes

Wiktionary: paddel


Cross Translation:
FromToVia
paddel Paddel aube — planche fixée à la circonférence d’une roue