Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Piste:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. piste:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Piste (Duits) in het Nederlands

Piste:

Piste [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Piste (Radrennbahn)
    de piste; de wielerbaan
    • piste [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wielerbaan [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Piste (Strecke)
    de parcours; de baan
    • parcours [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • baan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Piste:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baan Piste; Strecke Arbeit; Arbeitsplatz; Arbeitsverhältnis; Bahn; Bahngleis; Chaussee; Dienststelle; Dienstverhältnis; Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Funktion; Gleis; Position; Schienenweg; Stelle; Stellung; Straße; Straßenabschnitt; Strecke; Teilstrecke; Weg; Wirkungskreis
parcours Piste; Strecke
piste Piste; Radrennbahn
wielerbaan Piste; Radrennbahn

Synoniemen voor "Piste":


Wiktionary: Piste


Cross Translation:
FromToVia
Piste loipe ski track — trail from/for skis



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Piste (Nederlands) in het Duits

piste:

piste [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de piste (wielerbaan)
    die Piste; die Radrennbahn

Vertaal Matrix voor piste:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Piste piste; wielerbaan baan; parcours
Radrennbahn piste; wielerbaan

Verwante woorden van "piste":

  • pistes

Wiktionary: piste


Cross Translation:
FromToVia
piste Arena; Stierkampfarena; Sand; Kampfplatz; Schauplatz; Aren arène — En chimie, hydrocarbure aromatique