Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Politik:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Politik (Duits) in het Nederlands

Politik:

Politik [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Politik (Staatspolitik)
    de politiek; het regeringsbeleid; het staatsbeleid
  2. die Politik (Staatswissenschaft; Staatskunst)
    het staatsmanschap; de staatsmanskunst
  3. die Politik
    de politiek
    • politiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Politik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
politiek Politik; Staatspolitik Direktion; Führung; Managment; Staatskunde; Staatslehre; Staatswissenschaft; Verwaltung
regeringsbeleid Politik; Staatspolitik Regierungspolitik
staatsbeleid Politik; Staatspolitik
staatsmanschap Politik; Staatskunst; Staatswissenschaft
staatsmanskunst Politik; Staatskunst; Staatswissenschaft
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
politiek politisch; staatsmännisch

Wiktionary: Politik

Politik
noun
  1. Gesamtheit der Personen, die die staatlichen Maßnahmen ausführen, und ihre einschlägige Tätigkeit
  2. Maßnahmen staatlicher Instanzen zur Regelung innerer und äußerer Angelegenheiten
  3. Leitideen beim Handeln bestimmter Personen oder Personengruppen
Politik
noun
  1. een plan van aanpak voor het oplossen van problemen in de meest ruime zin
  2. datgene dat gerelateerd is aan het besturen van een land

Cross Translation:
FromToVia
Politik beleid; politiek policy — principle of conduct
Politik politiek politics — a methodology and activities associated with running a government