Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Protokoll:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Protokoll (Duits) in het Nederlands

Protokoll:

Protokoll [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Protokoll
    het protocol; de ceremonie
  2. Protokoll
    het procesverbaal
  3. Protokoll
    het protocol
    • protocol [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. Protokoll
    het logboek
    • logboek [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. Protokoll (Sitzungsbericht)
    de notulen
    • notulen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Protokoll:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ceremonie Protokoll Empfänge; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Fete; Formalität; Förmlichkeit; Party; Pracht; Prozession; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie
logboek Protokoll Journal; Logbuch; Schiffsjournal
notulen Protokoll; Sitzungsbericht
procesverbaal Protokoll
protocol Protokoll

Synoniemen voor "Protokoll":


Wiktionary: Protokoll

Protokoll
noun
  1. Informatik und Telekommunikation: Satz von Befehlen, eine bestimmte Implementation, zur Steuerung der Kommunikation zwischen zwei Geräten, zum Beispiel zwischen zwei Computern
  2. Polizei, regional: durch die Polizei ausgestellte Strafe meist als Folge eines Verkehrsvergehens
  3. schriftliche Aufzeichnung oder Niederschrift nach einem genau definierten Schema
Protokoll
noun
  1. een verslag van een bijeenkomst
  2. de akte waarmee een overheidsambtenaar verslag uitbrengt over wat hij in de uitoefening van zijn functies heeft verricht
  3. geheel van voorschriften en afspraken in de internationale diplomatieke omgang

Cross Translation:
FromToVia
Protokoll notulen minutes — the official notes kept during a meeting
Protokoll bekeuring; proces-verbaal; boete; geldboete; notulen; protocol procès-verbalacte par lequel un gendarme,un policier, un garde champêtre, etc., constater une contravention, un délit.
Protokoll protocol; bekeuring; proces-verbaal; notulen protocolerecueil des formules prescrire pour la rédaction des actes publics.