Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Rasse:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rasse (Duits) in het Nederlands

Rasse:

Rasse [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Rasse
    de rassen
    • rassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. die Rasse (Volksstamm; Stamm; Art; )
    de stam; de volksstam
    • stam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • volksstam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rasse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rassen Rasse
stam Art; Dynastie; Familie; Gattung; Geschlecht; Rasse; Stamm; Stammbuch; Volksstamm Stamm; Stammform; Stammwort
volksstam Art; Dynastie; Familie; Gattung; Geschlecht; Rasse; Stamm; Stammbuch; Volksstamm

Wiktionary: Rasse

Rasse
noun
  1. Biologie: Untergruppe einer Art mit besonders vielen gemeinsamen phänotypischen Merkmalen
    • Rasseras
Rasse
noun
  1. groep waarin mensen, dieren of planten op basis van bepaalde eigenschappen worden verdeeld: het gele ras, het zwarte ras, het blanke ras

Cross Translation:
FromToVia
Rasse variëteit breed — all animals or plants of the same species or subspecies
Rasse ras; afkomst race — a large group of people set apart from others on the basis of a common heritage
Rasse ras race — a breed or strain of domesticated animal
Rasse ras ras — groep waarin mensen, dieren of planten op basis van bepaalde eigenschappen worden verdeeld: het gele ras, het zwarte ras, het blanke ras
Rasse ras race — (vieilli) lignée, ensemble des ascendants et des descendants d’une même famille.